Verwekkers
Schistosoma mansoni, Schistosoma haematobium of Schistosoma japonicum. Verder de minder bekende S. intercalatum en S. mekongi.
Epidemiologie
Schistosomiasis is een belangrijke oorzaak van ziekte in grote delen van de wereld, met name in de tropen en subtropen.
Gebieden waar Schistosomiasis voorkomt:
-
Schistosoma mansoni:
Verspreid over Afrika in zoetwater, inclusief de grote meren en rivieren, maar ook in kleinere wateren. Zuid-Amerika, inclusief Brazilie, Suriname en Venezuela. Caribische gebied(heel laag risico) Dominicaanse Republiek, Guadeloupe, Martinique en Saint Lucia.
-
Schistosoma haematobium:
Verspreid over Afrika. Gebieden in het Midden-Oosten en recent zelfs op Corsica.
-
Schistosoma japonicum:
Indonesië en delen van China en Zuidoost-Azië.
-
Schistosoma mekongi:
Cambodja en Laos.
-
Schistosoma intercalatum:
Centraal en west Afrika
Incubatietijd
1 tot 2 maanden na besmetting kunnen symptomen optreden, zoals koorts, koude rillingen, hoesten en spierpijn (acute schistosomiasis of Katayama syndroom).
Wijze van besmetting
Besmetting vindt plaats bij contact met door cercariën besmet zoetwater. Deze cercariën zijn afkomstig van de met de parasiet, via menselijke feces of urine, geïnfecteerde zoetwater slakken. De cercariën zijn in staat de menselijke huid te penetreren. Binnen de termijn van enkele weken migreert de parasiet richting de bloedvaten en ontwikkeld zich tot een volwassen worm en vestigt zich meestal in de vaten rond de darmen of de urineblaas. Wanneer zowel een vrouwelijke als een mannelijke worm aanwezig zijn, zullen deze een paar vormen en op deze manier eieren produceren. Deze eieren zullen door de vorm en de aanwezigheid van de voor Schistosoma eieren kenmerkende “stekel” door het weefsel migreren en uiteindelijk in de darm of de blaas terecht komen. Echter kunnen de eieren op deze manier overal in het lichaam terecht komen en zo schade veroorzaken.
Ziektebeeld
In de acute fase kunnen symptomen optreden, zoals koorts, rillingen, hoesten en spierpijn. Dit wordt ook wel het Katayama syndroom genoemd. De symptomen op de langere termijn worden niet door de wormen zelf veroorzaakt, maar door de eieren die schade aan de darm en blaaswand kunnen geven en aan alle andere weefsels waarin ze terecht komen. Op deze manier kunnen de longen, milt en de lever ook beschadigd raken. In zeldzame gevallen kunnen eieren in het ruggenmerg en de hersenen terecht komen en neurologische klachten veroorzaken. S. haematobium vestigt zich in de vaten rond de blaas en geeft vooral blaasklachten. De andere soorten hebben een voorkeur voor de vaten rond de darmen.
Het ziektebeeld verloopt grofweg in 4 stadia:
Cercariën dermatitis: enkele dagen durende dermatitis veroorzaakt door binnen dringende larven na contact met stilstaand water. Diagnostiek in dit stadium is niet mogelijk.
Katayama syndroom: acute schistosomiasis met allergische reactie op de zich ontwikkelende wormen. Vaak bestaat er eosinofilie en koorts. Serologie is hier de aangewezen diagnostiek.
Gevestigde infectie: eieren die blijven steken in darmwand of blaaswand gaan dood en veroorzaken een ontstekingsreactie leidend tot diarree of hematurie.
Chronische infectie: symptomatologie veroorzaakt door schistosoma granulomen. Wordt eigenlijk alleen gezien bij mensen die langdurig in een endemisch gebied hebben gewoond, dus niet bij toeristen. Bij intestinale schistosomiasis kan er een hepato-lienale vorm ontstaan met portale hypertensie, splenomegalie en slokdarmvarices. Bij blaasschistosomiasis kunnen verkalkingen van de blaaswand en na verloop van tijd maligne ontaarding ontstaan. Verder komen hydronefrose en hydro-ureter voor.
Complicaties
Eieren kunnen in alle weefsels terecht komen en daar schade veroorzaken. Als eieren in het ruggenmerg of in de hersenen terecht komen kan dit neurologische klachten veroorzaken. Ook is de relatie gelegd tussen Schistosomiasis en een bepaalde vorm van blaaskanker.
Voor meer informatie link naar CDC:parasites/schistosomiasis
En naar de LCI richtlijn schistosomiasis
Microscopie feces of urine
De diagnose kan gesteld worden middels het aantonen van eieren in feces of urine. Bovendien kan gezien worden of eieren dood of levend zijn.
Serologisch onderzoek
Indien eerder genoemde directe diagnostiek geen eieren laat zien en de verdenking op Schistosomiasis toch erg hoog is kan aanvullend serologisch onderzoek worden verricht. Hierbij kunnen antistoffen gericht tegen eieren en/ of worm worden aangetoond.
Let op! Het duurt minstens 6 weken na infectie voordat eieren aantoonbaar zijn in urine/ feces of antistoffen in serum. Diagnostiek binnen 6 weken na besmetting is dus niet zinvol.
Verdenking Schistosoma haematobium infectie: urine insturen voor onderzoek; voor plassen patiënt bijvoorbeeld laten touwtje springen, zodat eieren die nog net vastzitten aan de blaaswand los komen en mee worden uitgeplast.
Verdenking Schistosoma mansoni / japonicum infectie: bij voorkeur rectumbiopt (ventraal afgenomen) of feces insturen.
Controle na therapie: praziquantel doodt alleen de volwassen wormen en heeft geen invloed op de reeds geproduceerde eieren. Het is daarom pas 6 weken na behandeling zinvol om urine of feces in te sturen voor directe diagnostiek. Indien met serologisch onderzoek Schistosomiasis is aangetoond, en de patiënt adequaat is behandeld, is verder serologisch onderzoek niet zinvol. Antistoffen kunnen tot jaren na infectie en behandeling aantoonbaar blijven.
Link naar therapie advies in Regionaal Formularium