Verwekker
Toxoplasmose wordt veroorzaakt door de parasiet Toxoplasma gondii.
Wijze van besmetting
De kat is de eindgastheer van de Toxoplasma gondii en produceert gedurende hooguit 2 weken oöcysten. De oöcysten zijn pas infectieus voor de mens na een rijpingsfase (sporulatie); deze duurt 1-24 dagen (in Nederland gemiddeld 2-3 dagen). De oöcysten kunnen meer dan een jaar infectieus blijven onder warme en vochtige omstandigheden.
Besmetting ontstaat door ingestie van gesporuleerde oöcysten door onvoldoende verhit eten, vanuit kattenbak of na tuinieren (in aanwezigheid van kattenuitwerpselen). Ook kan er verticale transmissie of via orgaandonatie transmissie plaatsvinden.
Epidemiologie
Toxoplasma komt overal in de wereld voor waar katachtigen zijn. In Nederland neemt de seroprevalentie toe met de leeftijd, van ongeveer 17% bij jongeren < 20 jaar tot > 70% bij mensen van 65 jaar en ouder.
Incubatietijd
De incubatietijd bedraagt 10 – 23 dagen.
Ziektebeeld
Het grootste deel van de infecties verloopt asymptomatisch tot mild, met als meest voorkomend symptoom lymfadenopathie. Daarnaast kunnen koorts, algemene malaise, ooginfectie, lever- en miltvergroting en huiduitslag optreden.
Bij een klein deel van de mensen verloopt de infectie ernstig, met klinische beelden als encefalitis, pneumonie of myositis.
Toxoplasma blijft levenslang aanwezig in het lichaam. Bij immunocompetente mensen levert dit over het algemeen geen problemen op. Bij immuno-incompetente mensen kan de latente infectie opnieuw opvlammen en ernstige klinische beelden als encephalitis veroorzaken.
Complicaties
Bij zwangere vrouwen kan er verticale transmissie plaats vinden met congenitale toxoplasmose tot gevolg.
Voor meer informatie zie: LCI richtlijn Toxoplasmose
Serologie
Voor het aantonen van een recente of doorgemaakte infectie met Toxoplasma kan serologie gedaan worden.
IgM kan langdurig positief blijven (tot wel 2 jaar na infectie). Om een recente infectie aan te tonen is het aantonen van een seroconversie en/of titerstijging noodzakelijk, hiervoor dient een tweede monster te worden ingestuurd.
Om een langer geleden doorgemaakte infectie meer waarschijnlijk te maken kan er IgG aviditeit gedaan worden. In de loop van de tijd na de infectie wordt het IgG meer ‘volwassen/ avide’, een hoge aviditeit past bij een infectie > 4 maanden geleden doorgemaakt. De afwezigheid van een hoge aviditeit sluit een langer geleden doorgemaakte infectie echter niet uit.
PCR
Er kan een PCR gedaan worden op vruchtwater, placenta, weefselbiopten, liquor, oogvocht en bloed. Hiermee kan een opleving van latente infectie bij immunogecompromiteerden en een congenitale Toxoplasmose worden aangetoond.
Preventie
Voorkomen van ingestie van oöcysten door:
- handschoenen te dragen bij tuinieren en werken met aarde;
- groente en fruit goed te wassen voor consumptie;
- kattenbak elke dag te verschonen (in verband met sporulatie van oöcysten). Voor zwangeren: gebruik daarbij handschoenen of laat het iemand anders doen.
- vlees door en door te verhitten en geen rauw vlees te eten
- vlees in te vriezen (ten minste 1 week bij –20°C).
Antibiotisch therapie
Behandeling van Toxoplasmose is alleen geïndiceerd bij ernstig beloop van de infectie.
Link naar therapie advies in Regionaal Formularium: