Verwekker
Coronavirussen veroorzaken respiratoire infecties, soms met een enterale component, bij mensen en dieren. Het SARS-Coronavirus-2 (SARS-CoV-2) is een nieuw humaan coronavirus, dat behoort tot de “Severe Acute Respiratory Syndrome” coronavirussen, waar ook het SARS-coronavirus-1 onder valt, dat in 2003 een uitbraak veroorzaakte. Beide SARS-Coronavirussen maken gebruik van de ACE2-receptor, die veel voorkomt in het alveolaire epitheel. Het virus vermenigvuldigt zich voornamelijk in de lage luchtwegen, waardoor ook het klinisch beeld vooral gerelateerd is aan respiratoire symptomen. Hoewel er genetische overeenkomsten zijn tussen deze virussen, is SARS-Coronavirus-2 op veel vlakken te verschillend. Het virus wordt overgedragen via grote druppels uit hoesten en niezen binnen een afstand van 1,5 meter en via medische procedures die een infectieus aerosol genereren. Er zijn geen aanwijzingen dat het virus zich aerogeen verspreidt.
Epidemiologie
Het virus veranderd in epidemiologie naar gelang het langer in de wereld is en muteert in relatie tot aantal doorgemaakte infecties en vaccinatie. Het virus is voor het eerst geconstateerd in november in de regio Wuhan, China. Sindsdien is het virus in alle werelddelen aangetoond, waarbij sommige landen heviger zijn aangedaan dan andere. Voor meer informatie over de verspreiding in Nederland en wereldwijd, verwijzen we u naar de actuele informatie op de website van het RIVM.
Incubatietijd
De incubatieperiode is 2 tot 14 dagen (meestal 2-5 dagen). Exacte gegevens over de besmettelijke periode ontbreken. In het algemeen is een patiënt besmettelijk tijdens de symptomatische fase. Bij niet immuungecompromitteerden blijft SARS-CoV-2 in monsters van de luchtwegen aantoonbaar en kweekbaar tot 8 dagen na de start van symptomen in milde gevallen. In ernstige gevallen (ernstige symptomen) piekt de virusuitscheiding op dag 11.
Ziektebeeld
Het ziektebeeld van SARS-Coronavirus-2 wordt COVID-19 genoemd. Het merendeel van de patiënten met COVID-19 presenteert zich met koorts (88%)* en luchtwegklachten, zoals droge hoest (68%)* en/of kortademigheid (19%)*. Daarnaast worden vermoeidheid (38%), keelpijn (14%)*, spierpijn (15%)* en hoofdpijn (14%)* genoemd. Lastig is dat het COVID-19 ziektebeeld van zeer milde symptomen, lijkend op een neusverkoudheid, tot ernstige ziektebeelden, zoals pneumonie en ARDS, wordt beschreven. Ook atypische beelden met gastro-intestinale klachten (misselijkheid, braken, diarree, buikpijn of gastro-intestinale bloeding) of ooginfecties (conjunctivitis) worden in een minderheid beschreven/ Verlies van reuk (anosmie) en smaak (ageusie) zijn ook zijn enkele casus gemeld, soms zonder andere klachten.
* Percentages zoals vermeld ook op het LCI-richtlijn COVID-19 en NHG-webdossier Coronavirus (COVID-19).
Complicaties
In de meerderheid van de gevallen (ca 80%) blijft het ziektebeeld mild en is er spontaan herstel. Het klinisch beeld kan bifasisch verlopen waarbij de verergering pas in tweede week van de ziekte optreedt, vandaar dat alertheid geboden is op verergering van klachten, zoals dyspnoe en koorts. Bij oudere personen (>70 jaar) en patiënten met onderliggend lijden is er een verhoogd risico op een ernstig beloop zoals een ARDS. Het risico op overlijden neemt toe naarmate de patiënten ouder zijn. Uit eerste Nederlandse gegevens tot 28 maart 2020 blijkt dat mediane leeftijd van de overledenen 81 jaar (jongste 52 - oudste 102) is. 358 van de overleden patiënten (56%) hadden onderliggend lijden. Dit betrof met name hart- en vaatziekten (inclusief hypertensie), chronische longaandoeningen, diabetes, maligniteit en/of nieraandoeningen.
De risicogroepen voor een ernstig beloop zijn volgens het RIVM- LCI:
- ouderen ≥70
- mensen ≥18 jaar* met:
- chronische afwijkingen en functiestoornissen van de luchtwegen en longen;
- chronische hartaandoeningen;
- diabetes mellitus;
- ernstige nieraandoeningen die leiden tot dialyse of niertransplantatie;
- verminderde weerstand tegen infecties door medicatie voor auto-immuunziekten, na orgaantransplantatie, bij hematologische aandoeningen, bij (functionele) asplenie, bij aangeboren of op latere leeftijd ontstane afweerstoornissen waarvoor behandeling nodig is, of bij chemotherapie en/of bestraling bij kankerpatiënten;
- een onbehandelde hivinfectie of een hivinfectie met een CD4-getal < 200/mm3.
In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde is relatief aan het begin van de pandemie overzichtsartikel gepubliceerd over laboratorium diagnostiek bij dit virus: zie figuur 1 in dit artikel voor een overzicht.
Bij vermoeden op een SARS-Coronavirus-2 infectie is het bij de afname van diagnostiek van belang dat de correcte beschermingsmaatregelenvoor de zorgmedewerker worden genomen. Gebruik in alle gevallen voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen. Zie hiervoor ook het NHG webdossier Coronavirus (COVID-19): https://corona.nhg.org/diagnostiek/
Moleculaire diagnostiek
De primaire diagnostiek voor SARS-Coronavirus-2 bestaat vooral uit het verrichten van een RT-PCR op respiratoire materialen en keel/neus uitstrijk.
Afname materiaal en afname locatie
Stuur voor SARS-Coronavirus-2 diagnostiek bij voorkeur een keel-nasofarynxswat in,.f. Om materiaal te besparen is het gewenst om met één stok zowel neus (nasofarynx) als keel (orofarynx) te bemonsteren. De laboratoria leverden eerder speciale COVID-afname sets waarbij gebruik wordt gemaakt van een geoptimaliseerd Virus Transport Medium maar dit is tegenwoordig weer terug gebracht naar de e-swab (roze of oranje dop).
Het is bekend dat een nasopharynx uitstrijk niet altijd positief getest wordt bij patienten met actuele Sars-Cov-2 en in die gevallen heeft het insturen van een sputum monster voor detectie van het virus altijd meerwaarde. Indien een patient ziek blijft of zieker wordt en de eerst test was negatief, herhaal de keel/nasopharynx uitstrijk.
Buiten het ziekenhuis heeft het testen van patiënten met klachten en symptomen passend bij COVID-19 meerwaarde bij risicogroepen voor ernstig beloop, als zekerheid over de diagnose van belang is voor de behandeling of verpleging van de patiënt. Daarnaast heeft testen meerwaarde bij risicogroepen die door hun gedrag verdere verspreiding kunnen veroorzaken binnen een instelling.
Op het website van het RIVM is te vinden wat het huidige testbeleid is voor de samenleving (mensen die niet bij een arts komen in verband met klachten).
Voor de eerstelijnszorg mbt huisartspatiënten zie hiervoor NHG webdossier Coronavirus (COVID-19):
Voor de het beleid bij patiënten in verpleeghuizen en zorginstellingen zie het stroomschema van de Verenso:
Voor het beleid binnen het ziekenhuis verzoeken we u de lokale werkprotocollen te volgen.
Houdt u er rekening mee dat dit beleid gewijzigd kan worden gedurende de huidige verheffing. Eventueel aanvullende informatie en updates worden verspreid door de vakverenigingen of via het RIVM-LCI.
Serologie
Het laboratorium kan antistoffen tegen Sars-cov-2 spike eiwit aantonen.
Wat test de test
Tot november 2022 hadden wij een totaal-Ig test in gebruik die vroege en late antistoffen detecteerde. Per december 2022 testen wij alleen nog op IgG antistoffen.
Wat zegt een positieve test
Een positieve test uitslag past bij een actuele of doorgemaakte infectie met Sars-Cov-2 of bij status na geslaagde vaccinatie. Of deze antistoffen ook beschermen tegen een nieuwe infectie met een (nieuwe) variant van het virus is niet te zeggen obv deze meetwaarde.
Sensitiviteit en specificiteit van deze test
Het RIVM heeft in een groot samenwerkingstraject met Nederlandse microbiologische laboratoria (waaronder ons laboratorium) meerder serologische testen gevalideerd, deze informatie is openbaar gemaakt in deze rapportage. Door deze grootschalige samenwerking is er al veel bekend over de prestaties van verschillende testen waaronder de test die wij aanbieden.
Antigeen/antistof sneltesten
Er zijn heel veel verschillende commerciele POCT/sneltest beschikbaar gekomen op basis van antigeen. Deze sneltesten berusten doorgaans op het aantonen van viraal eiwit. De kwaliteit en prestaties tussen de testen verschilt enorm.
Meldingsplicht
Hoewel een infectie met het SARS-Coronavirus-2 is aangemerkt als groep-A-meldingsplichtige ziekte, geldt vanaf 12 maart 2020 tot nader order dat alleen bevestigde patiënten (op basis van PCR diagnostiek) gemeld dienen te worden aan de GGD. Als zich er in een instelling meerdere patiënten met klachten en symptomen passend bij COVID-19 zijn, kan er sprake zijn van meldingsplicht op basis van artikel 26 Wet publieke gezondheid. Voor wijzigingen in de meldingsplicht wordt verwezen naar het RIVM-LCI (https://lci.rivm.nl/richtlijnen/covid-19)
Behandeling
Momenteel is er nog geen geregistreerd medicatie voor de behandeling van infecties met het SARS-Coronavirus-2/COVID-19. Bij patiënten met bewezen COVID-19 met milde klachten die thuis verblijven, wordt afgeraden om middelen voor te schrijven waarvan de werkzaamheid nog niet is aangetoond, zoals antivirale middelen of chloroquine. Vanwege onbewezen effect en risico op toxiciteit/bijwerkingen wordt deze medicatie alleen in studieverband aan de meest ernstig zieke, opgenomen, zuurstofbehoeftige patiënten gegeven. Bij COVID-19 zijn antibiotica niet zinvol en niet geïndiceerd. Omdat patienten die in het ziekenhuis worden opgenomen met koorts vaak niet te onderscheiden zijn van patienten met een bacteriele infectie krijgen deze mensen wel altijd antibiotica volgens het sepsis protocol totdat de diagnose gesteld is. Zie voor de adviezen in de eerstelijns zorg ook het NHG webdossier (https://corona.nhg.org/behandeling/) en de website van de Verenso (https://www.verenso.nl/themas-en-projecten/infectieziekten/coronavirus-covid-19).
Profylaxe
Momenteel is er nog geen medicamenteuze profylaxe beschikbaar.
Immunisatie
Momenteel is er nog geen vaccin tegen het SARS-Coronavirus-2 beschikbaar.
Preventie
Het SARS-Coronavirus-2 wordt van mens-op-mens overgedragen. Vooral directe druppelinfectie (hoesten en niezen) speelt een rol. In de thuissituatie zijn algemene hygiënemaatregelen zoals handen wassen, hygiëne bij het bereiden van voedsel en dranken, nies-/hoesthygiëne nuttig om de transmissie te voorkomen. Tevens worden op publiek niveau maatregelen genomen met betrekking tot “social distancing” om vooral de besmetting van kwetsbare groepen te voorkomen. De preventie van infecties met het SARS-Coronavirus-2 in de zorg bestaat met name uit handhygiëne en reiniging conform de richtlijn “Reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg” (https://lci.rivm.nl/richtlijnen/reiniging-desinfectie-en-sterilisatie-de-openbare-gezondheidszorg). Binnen de eerstelijnszorg zijn er adviezen voor infectiepreventie binnen de huisartsenpraktijk beschikbaar via het NHG webdossier (https://corona.nhg.org/infectiepreventie/). Binnen zorginstellingen en ziekenhuizen verzoeken we u de lokale werkprotocollen te volgen.
Zie ook Regionaal Formularium.
Handige en interessante websites:
- RIVM actuele informatie SARS-Coronavirus-2/COVID-19:https://www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/actueel
- LCI Richtlijn COVID-19: https://lci.rivm.nl/richtlijnen/covid-19
- NHG Webdossier Coronavirus (COVID-19): https://corona.nhg.org/
- Verenso themawebsite Coronavirus COVID-19: https://www.verenso.nl/themas-en-projecten/infectieziekten/coronavirus-covid-19