Verwekker
Volgens de in de SWAB-richtlijn gebruikte definitie van acute infectieuze diarree (AID) is de verwekker een bacterie, parasiet of virus. De specifieke verwekker zijn terug te vinden onder het kopje ziektebeelden.
Epidemiologie
AID komt wereldwijd frequent voor, en leidt tot veel morbiditeit en mortaliteit (wereldwijd zo’n 2,2 miljoen doden per jaar). In Nederland komen jaarlijks ongeveer 4,5 miljoen episodes van AID voor, vooral bij kinderen onder de 5 jaar.
Incubatietijd
Is afhankelijk van de oorzakelijke pathogeen.
Ziektebeeld
Klinische verschijnselen zoals diarree (al of niet met bloed en/of slijm) en misselijkheid en braken, in combinatie met het aantonen van een virale, bacteriële of parasitaire verwekker. Acute diarree wordt gedefinieerd als 3 of meer keer per dag lozen van ongevormde ontlasting, de klachten mogen niet langer dan 14 dagen bestaan.
Complicaties
Dehydratie en verder afhankelijk van de verwekker.
Voor meer informatie zie: Richtlijn diarree.
Microbiologisch onderzoek van feces is geïndiceerd bij:
- zinvol wanneer er antibiotische behandeling wordt overwogen.
- diarree langer dan 5 dagen
- diarree met koorts
- diarree met macroscopisch bloed en/of slijm
- diarree bij kinderen < 2 jaar
- langer aanhoudende brijige diarree, met name bij kinderen
- diarree na verblijf in het buitenland
- (kleine) explosies van diarree
- proctitis bij homoseksuele mannen
- diarree bij HIV-seropositieven of patiënten met AIDS
Het is niet zinvol bij een patiënt met diarree “alles” aan te vragen. De keuze van de te verrichten onderzoeken dient bepaald te worden door de klinische en/of epidemiologische gegevens en door de voedingsanamnese.
Tabel: Aanvraag gericht op klinische gegevens*
KLINISCHE GEGEVENS |
FAECES-ONDERZOEK AANVRAGEN OP |
“Standaard”: geen bijzondere aanknopingspunten |
Salmonella / Shigella / Campylobacter |
|
|
Diarree bij kinderen < 2 jaar |
Salmonella / Shigella / Campylobacter (Cryptosporidium) |
|
|
Diarree met bloedbijmenging |
Salmonella / Shigella / Campylobacter / STEC |
|
|
Langer aanhoudende brijige diarree |
Salmonella / Shigella / Campylobacter |
|
|
Diarree na verblijf in het buitenland |
Salmonella / Shigella / Campylobacter / STEC |
|
|
Heftige waterdunne diarree |
Salmonella / Shigella / Campylobacter |
|
|
Diarree tijdens antibioticumgebruik meestal tijdens / na (langdurige) ziekenhuisopname |
Clostridium difficile |
|
|
Explosies van diarree |
Salmonella / Shigella /Campylobacter Norovirus |
|
|
Proctitis bij homoseksuele mannen |
Campylobacter |
|
|
Diarree bij HIV-seropositieven of patiënten met AIDS |
Salmonella / Shigella/ Campylobacter / STEC |
*Deze tabel dekt niet alle situaties, overleg bij twijfel met een arts-microbioloog.
Zie voor meer informatie: Richtlijn Laboratoriumdiagnostiek van intestinale parasieten.
Preventie
- Hygiënische maatregelen tijdens het bereiden van eten
- Handen wassen na contact met dieren
- Reizigers naar endemische gebieden dienen af te zien van het nuttigen van ongekookt water/ijsblokjes, verse vruchtensappen, ongeschild/ongewassen fruit, rauwe groente en voedsel
Therapie
- De specifieke verwekker zijn terug te vinden onder het kopje ziektebeelden.