Verwekker
Mensen zijn het reservoir van de bacterie Salmonella typhi, dit kan symptomatisch (infectie) of dragerschap zijn.
Wijze van besmetting
Besmetting vindt met name plaats door inname van door dragers gecontamineerd voedsel of water.
Epidemiologie
Salmonella typhi komt vooral voor in landen met een (sub)tropisch klimaat. Het aantal mensen in Nederland dat een Salmonella typhi heeft ligt onder de 100 per jaar, de meeste daarvan worden in Indonesië opgelopen.
Incubatietijd
De incubatietijd is 3-28 dagen, meestal 8-10 dagen.
Ziektebeeld
Salmonella typhi veroorzaakt een ander ziektebeeld dan de ‘normale Salmonellae’. Het beeld kan beginnen met toenemende koorts, verminderde eetlust, hoofdpijn, malaise en vage buikpijn. Vóórdat de koorts begint, is er soms even diarree; daarna is er meestal sprake van obstipatie, die soms (weer) overgaat in diarree. Er bestaat in de helft van de gevallen een relatieve bradycardie. Er ontstaat een splenomegalie en vooral op de huid van de buik ziet men bij 25% van de zieken met een blanke huid vrij scherp omschreven rode vlekken (roseolen); op een donkere huid zijn ze zeer moeilijk te zien.
Complicaties
Zonder behandeling verloopt de aandoening in 10-25% van de gevallen dodelijk ten gevolge van complicaties. Met behandeling sterft minder dan 1% van de (westerse) patiënten. De meest voorkomende complicaties zijn darmulceratie(s) met bloedingen of perforatie. Zeldzaam zijn pneumonie, empyeem, osteomyelitis, hepatitis, psychose, artritis, meningitis, myocarditis en empyeem van de galblaas.
Voor meer informatie zie: LCI richtlijn buiktyfus
Voor diagnostiek naar buiktyfus is een bloedkweek of een kweek van beenmerg eerste keus. (Als twee tot drie bloedkweken worden afgenomen, kan S. Typhi in 70% van de klinisch verdachte gevallen worden geïsoleerd.) S. Typhi kan ook worden gekweekt uit feces, roseolen en/of urine. (Feceskweken zijn (indien éénmalig uitgevoerd) doorgaans slechts bij 45-65% van de patiënten positief, bij kinderen vaker dan bij volwassenen.)
Kweek
Een bloedkweek of beenmerg op Salmonella kan in een regulier bloedkweekflesje worden afgenomen. Dit kan wat betreft de bloedkweek op de bloedafnamelocaties in het ziekenhuis (niet op de prikposten). Voor een kweek op Salmonella van de overige materialen worden speciale voedingsbodems gebruikt, bedoeld om de groei van de overige bacteriën in de feces te remmen en door de eigenschappen van de Salmonella zichtbaar te maken. Kweek duurt relatief lang, maar heeft als voordeel dat er een resistentiepatroon bepaald kan worden.
Moleculaire diagnostiek
Binnen de laboratoria van de MMMIG vindt screening op feces middels PCR plaats. Hierbij wordt er gekeken naar de meest voorkomende verwekkers van gastro-enteritis (Salmonella/Shigella en Campylobacter, afhankelijk van klinische symptomen en aspect van de feces wordt STEC toegevoegd). Als de PCR positief is wordt er een specifieke kweek ingezet gericht op de bevinding van de PCR om een resistentiebepaling te kunnen doen.
Preventie
- Er zijn in Nederland 2 vaccins beschikbaar, deze worden vooral gebruikt bij reizen naar sommige (sub) tropische landen. Voor meer informatie zie https://www.lcr.nl/
Link naar therapie advies in Regionaal Formularium:
Meldingsplicht
Buiktyfus is een meldingsplichtige ziekte groep B2. Voor meer informatie zie: RIVM Meldingsplicht infectieziekten
Handige links: